Cervicogene hoofdpijn

 Cervicogene hoofdpijn is een vorm van hoofdpijn die voorkomt uit de (hoog)cervicale wervelkolom (de nek). De prevalentie (het voorkomen) van deze vorm van hoofdpijn varieert tussen de 0,17 en 4% in de algehele bevolking (11). Deze prevalentie kan bij mensen met chronische hoofdpijn wel oplopen tot 15-20% en tot meer dan 50% bij mensen na een auto-ongeval. Deze vorm van hoofdpijn komt bij vrouwen 4 maal zo vaak voor en de gemiddelde leeftijd ligt rond de 43 jaar (12). Cervicogene hoofdpijn wordt vaak gekarakteriseerd door een unilaterale (eenzijdige) hoofdpijn, maar kan ook beiderzijds voorkomen. Er wordt vaak een bewegingsbeperking in de nek geconstateerd en deze hoofdpijn begint vaak vanuit de nek (11). De pijn wordt vaak verergerd door nekbewegingen, aanhoudende hoofdposities en/of druk op de nek. Periodes van hoofdpijn verschillen qua duur, maar kunnen ook vrij constant aanwezig zijn. De pijn is vaak matig en niet-kloppend van aard (13).

 

Behandeling

De behandeling van cervicogene hoofdpijn is een gecombineerde aanpak van Manuele therapie (mobiliseren of manipuleren van bewegingsbeperkingen in de nek en/of bovenrug) en spierkrachttraining van de nekschouderregio (14).

 

Samenvatting

• Prevalentie 0,17 – 4%

• Bij meer dan de helft van de mensen na een auto-ongeval

• 4 keer vaker bij vrouwen

• Matige hoofdpijn

• Vaak eenzijdig gelokaliseerd

• Relatie met nekklachten

 

Literatuur

11. Sjaastad O1, Bakketeig LS. Prevalence of cervicogenic headache: Vågå study of headache epidemiology. Acta Neurol Scand. 2008 Mar;117(3):173-80.

12. Haldeman S1, Dagenais S. Cervicogenic headaches: a critical review. Spine J. 2001 Jan-Feb;1(1):31-46.

13. Bogduk N1, Govind J. Cervicogenic headache: an assessment of the evidence on clinical diagnosis, invasive tests, and treatment. Lancet Neurol. 2009 Oct;8(10):959-68.

14. Racicki S1, Gerwin S1, Diclaudio S1, Reinmann S1, Donaldson M1. Conservative physical therapy management for the treatment of cervicogenic headache: a systematic review. J Man Manip Ther. 2013 May;21(2):113-24.